De blijde biechtstoel

Lekker weertje deze week

Ik had mijn geestelijke toestand als niet comfortabel gevoeld, er speelde onrust in mij. Ik was op een zeker punt in Een Cursus Van Wonderen beland, en dat was het punt waar ik strandde, het spoor bijster raakte. De passage waarin ik las handelde nu juist over een overweging die voor een ieder beslissend is: is er de motivatie werkelijk deze gang te gaan? Zo niet, dan kan ik blijkbaar opeens niet meer lezen wat er staat. Verwarring wordt voorgewend, in werkelijkheid wordt er weg gekeken.

Dit wegkijken kwam in zicht vandaag. Voelde me opeens, in de namiddag, erg moe. Ging een half uurtje liggen en knapte op. Hetzelfde dilemma bleef spelen.

De vraag is nu: wat is de reden dat ik mijn egodelen nog hun zin zou geven, ze zou voeren met wat ze me verzoeken met de belofte van vertier, dat, als ik me laat verleiden, leidt tot activiteiten van wegkijken, verdwijnen in tijdelijke vormen van verstrooiing in plaats van radicaal en zonder een moment van verzaken de werkelijkheid te omarmen zoals ze zich spontaan hier en nu ontwikkelt, waarmee ik vanzelfsprekend niet de ´werkelijkheid´ bedoel die ik meen te controleren. Iedereen kan voelen dat hierin de ware vrijheid ligt. Durf ik? Bestaat er zo iemand?

En dan in de avond, na een heerlijke maaltijd van Karin, met haar twee pracht zonen op bezoek, zeg ik als de jongens zojuist vertrokken zijn: “We lezen nu wel vele spirituele teksten, maar kunnen we niet eenvoudig, zonder een weg naar een doel, hier en nu reeds voor geluk kiezen, en dit zonder uitstel of enige afleiding die verleiden kan?” Dit was mijn manier om het dilemma van deze dag met Karin te communiceren, en Karin´s reactie klonk lichtelijk weifelend, en ik meende te bespeuren in haar “hmmm!” dat ze het zo een gek idee nog niet vond.

Mijn dilemma maak ik zelf, ik hoef het niet te doen. Datgene wat in mij tegen die lastige bladzijden in de Cursus in opstand lijkt te komen, omdat het de ingebouwde pleziertjes van de egodelen bedreigt, is precies wat de zogenaamd ´onbegrepen´ tekst bewerkstelligt in mij. Om het me te tonen. Wat ik te zien krijg is van belang. Wil ik het volledig erkennen, of ga ik over tot marchanderen, zo verdeling voedend, daarmee ook het idee dat ik iets tekort kom, en daarom zekere zaken meen nodig te hebben. Dat hele controle mechanisme is op de tocht komen te staan. Omdat het irriteert dwingt het me dit aan te zien.

Kan ik niet eenvoudig geluk zelf kiezen hier en nu? Dit lijkt mij de enige optie, alle andere opties suggereren een weg die de waarheid elders voor stelt. Hoe kan de grond van bestaan nu elders verkeren? Zoiets kan niet, dit is zonneklaar.

Geluk hier en nu kiezen is de meest radicale mogelijkheid die ik volledig mogelijk acht. Als je dit onmogelijk acht, dan meen je dat lijden onvermijdelijk is. Dan blijft het gevoel geluk niet waardig te zijn de nadruk hebben, omdat een innerlijk geloofssysteem aldus beveelt. Is dat geloofssysteem de baas in mij? Wat doet mij zo aan die geloofssystemen hechten? Is het niet vreemd dat ik zulke omwegen nog zou willen betreden? Wie ben ik zonder die geloofssystemen? Wat vrees ik? Wie ook alweer?

Ik denk dat controlezucht voort komt uit een diep ingesleten idee dat ik met tekorten leef, op allerlei gebied. Niet omdat ik iets tekort kom, maar omdat mijn visie aldus is gecreëerd. En wat gecreëerd is kan weer ontmanteld worden. Zal hoe dan ook ontmanteld worden, dus waarom werk ik niet reeds nu al mee? Dat zou het leven verlichten.

De tuin is geweldig, geeft enorme rust. Bij iedere sigaret, overdag en in de nacht, loop ik weer even langs de perkjes, werp er mijn oog op en geniet van de steeds weer andere vormen en kleuren. Dan hoef ik niets te vertalen, geen indruk tot gedachtevorm te maken, het is pure schoonheidsbeleving als het belevend hart en de tuin volstrekt samenvallen. Gedachten die dan opstaan, tonen makkelijker hun waanzinnig gehalte, dan als ik me een week in een studeerkamer heb opgesloten. Mijn inzicht zegt nu dat het mentaal maken van wat actueel beleven is, wat voor mij als schrijver een groot plezier is, niet als werkend principe voor dagelijks leven gehanteerd hoeft te worden. Dan is het stil, zijn de zintuigen bevrijd van enige bedoeling, is de kooi die zelfreflectie heet, niet bestaand.

Een bewustzijn dat steeds tekorten denkt, gebreken ziet, steeds weer ´anderen´ en verdeeldheid waarneemt, is blijvend in onrust. Tekort is een onjuist uitgangspunt voor een gelukkig leven, wijst op een onjuiste manier van denken. Daar wordt vervolgens een imago bij bedacht die dat onjuiste denken zou doen, zo in tweespalt zou leven. Het is louter verbeelding en nooit langer durend dan enkele seconden. Ik heb dan ook nooit dat imago kunnen vinden, ik zie louter gedachten, en die gaan voorbij. Ook gedachten die tekorten suggereren, en na hun passage kom ik, altijd weer, niks te kort.

Karin vindt dit soort analytische betogen veelal minder interessant, of, beter gezegd: lastiger om te volgen. Hij is mijn wijze van zaken structureren, maar in die structuur zit vanzelfsprekend geen waarheid of koopverplichting. Toch wens ik deze keer zaken zo in toon te hebben gezet, dat deze woorden vloeiend lezen en makkelijk binnen komen.

Ja Lief, jij vond het toch ook wel een goed idee: geluk niet aan het eind van een weg zetten, maar eenvoudig reeds hier en nu en nu en nu.

De radicale keuze maalt niet om tekort en werkt steeds met de actualiteit en de mogelijkheden die daarin voorhanden zijn. Verleiding bestaat niet meer als alle verschijnselen als secundair aan het waarnemen zelf, – dat altijd al vrij is -, wordt beseft. Dan is het gedaan met verslavingen en slavernij van welk soort dan ook. De radicale keuze verbiedt geen van die ervaringsgebieden, doch beseft zich als ruimer dan welk verschijnsel dan ook. Die ruimte niet voorgoed in te nemen voelt als zonde, niet in de zin van iets dat bestraft moet worden, maar één die mijzelf straft zolang ik aan een onjuist denkpatroon blijf hangen.

´Suizen´ noemt Jan van Delden het. Het is verkeren in Stilte, en welke sensatie er ook maar wordt aangeleverd, er wordt er geen gevolgd. “Suizen is lekker” kan Jan zeggen met zijn prachtig Haags accent.

´Swooning in consciousness´, dat waren woorden uit de mond van Da Free John, die onder vele andere namen ook heeft geopereerd. Adi Da heeft mij eerst verrast toen ik een afbeelding van hem zag in Elseviers Magazine, met daar boven de titel: ´Alweer een nieuwe Bhagwan´. Toen ik mijn broer Erik de foto tijdens een autorit naar Scheveningen toonde in de tachtiger jaren, beleefden we bijna een botsing, zo krachtig bleven zijn ogen aan de foto plakken. Dat noemen we charisma. En toen las ik dikke boeken die me stuk voor stuk als geniaal voor kwamen. Mijn probleem bestond in zijn dwingende kracht te wijzen op de stap die zijn leerlingen weigerden. Wat een guru blijkbaar nodig maakt. Adi Da eiste naar mijn gevoel mijn overgave, en zo radicaal was ik toen niet. De Cursus gaat over hetzelfde punt, doet net alsof de Cursus mild is, maar voor het ego valt er in beide gevallen niks te halen vanzelfsprekend. Een Guru valt weg als Besef is doorgebroken.

Ik weet niet eens of ik deze al heb gezien, maar ik heb nog nimmer een video van Adi Da geopend waarbij ik meende ook maar één woord van onzin te hebben vernomen. Daarbij klinkt dan altijd wat hij My Argument noemde, en dat klonk in mijn oren als streng en afwerend. Ik was vanzelfsprekend zelf streng en afwerend. Omdat ik me zeer aangetrokken voelde, en ook mijn afkerigheid beleefde, kreeg ik ook bij Adi Da veel van mijn gespleten delen, die neigen tot aanval en verdediging, te zien.

Deze, voor kinderen, heb ik altijd erg fraai gevonden als audiobestand; in dit filmpje zijn er beelden bij gedaan.

Krachtig was de uitspraak van Adi Da als het gaat om de kaarten die ik achter houd: “Give it all as One Flower.¨ Dan voel ik onnoemelijke schoonheid en vrede in wat me wordt voorgesteld, maar is er altijd weer een andere stem in de achtergrond, die alles over tekorten weet, en die roept dat we zo het spel gaan verliezen! We? Ben ik met zijn tweeën dan? Wat maakt de tweespalt hier? Het is altijd weer alleen maar een enkele gedachte, prima mee te dealen, niets aan de hand. Maar spring je in één van die gedachten, zeg je dat je je identificeert met de inhoud van die gedachte, dan zijn de rapen gaar en zul je het beleven. Gedachten suggereren van alles, wie die ziet, die woont er niet.

Ik hou van de iconen in de kamer waar ik werk. Iedere afbeelding kent een frequentie die verstillend werkt, schoonheid wekt me uit mijn dromen. En ook kan ik kijken naar wat me dan aan uiterlijke schoonheid zou binden, wat uiterlijke schoonheid me zou kunnen geven dat in mij niet reeds aanwezig is. Vrede is zichzelf genoeg. Suizen is lekker, zegt Jan, het is verkeren in vrede. Ik beveel niemand in het bijzonder aan, ik deel wel graag wat ik erg mooi vind.

Ik heb als titel ´De blijde biechtstoel´ gekozen, maar feitelijk weet ik ook wel dat er geen biechtstoel voor zonde nodig is. Zonde is geen probleem als het geen activiteit is. Het bestaat immers niet, het is iets dat je doet tegen beter weten in. Kun je dit onmiddellijk, hier en nu, steeds weer, tot in de eeuwigheid laten vallen? Wie dit continu kan heeft geen herinnering aan het bestaan van zonde.

Mag dankbaar eindigen met meest ontzagwekkend mooie snaar muziek dat het mij zo makkelijk maakt, mijzelf geheel te vergeten.

Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) – Suite per liuto in mi maggiore BWV 1006a – Lute Suite in E Major – Evangelina Mascardi, liuto barocco – Baroque Lute 0:00 I. Prelude 4:38 II. Loure 8:53 III. Gavotte en Rondeau 12:25 IV. Menuet I/II 16:39 V. Bouree 18:38 VI. Gigue Direzione artistica di Frédéric Zigante. Registrato nel palazzo vescovile di Orte (Viterbo) il 15 settembre 2021 da Edoardo Lambertenghi e da Alma Zeccara. Liuto di Cezar Mateus (New Jersey 2019)

Plaats een reactie