Jammerlijk gejammer

Is het jammer dat het regent? Alweer regent? Al weet ik veel hoe lang regent? Als ik het jammer vind wordt de kwestie droevig. Regen, zonder mijn oordeel, is eenvoudig nattigheid. Ik heb andermaal de achtertuin leeg gepompt nadat ik mijn bezwaren was gepasseerd. Koffie gemaakt, mooie dingen bekeken.

Heb vanavond het boek van ruim 400 bladzijden, geschreven door Gary Renard en getiteld The Disappearance of the Universe, uitgelezen. Ik sloeg het boek vervolgens dicht, want het universum bestond nog altijd. Schijnbaar. Apparantly. En het regende nog altijd. Ik maakte een kop koffie en keek weer naar iets moois.

Heb online een ander boek van Gary Renard gevonden, als de Cursus in Wonderen morgen nog niet is bezorgd zal ik hierin gaan lezen. The Lifetimes when Jesus and Buddha knew each other. Voor wie geïnteresseerd is volgt hier een downloadknop.

Het leven is ijdel. Nou ja, het leven zelf niet, maar dan toch wel de zelfreflectie van de mens die zegt: ´ik leef.´ Een illusie leeft. Een illusie van afgescheidenheid die de notie van afgescheidenheid weer in moet leveren, dit dan de dood noemt die hij of zij vreest. Hoe succesvol iemand ook in de wereld meent te leven, voorbij de dood kan niets van dat succes worden meegenomen. We hebben geen covidhoax nodig om in te zien dat de wereld volslagen geschift en verdwaald is: kijk naar alleen maar het onderwijs en zie dat wijsheid geen deel van welk curriculum dan ook uit maakt.

Filosofen komen allen met verschillende ´waarheden´ op de proppen omdat bij elk van hen de waarheid ontbreekt. Zoeken naar iets dat je niet kent is vanzelfsprekend een dwaze bezigheid, en als je het wel kent hoef je niet te zoeken.

Als ik straks ga pitten is het universum verdwenen. Dan staat ie weer op in de droomtoestand, waar andere wetten gelden, ik vaak vliegen kan. Dromen kunnen leuk zijn en ook beangstigend; ze eindigen hoe dan ook altijd. Hetzelfde geldt voor wat we in de waaktoestand waarnemen: alles is onvast, op niets valt met zekerheid te bouwen. Als scholen wijsheid zouden onderrichten, dan was dit het hoofdvak, de rest bijzaak. Dan zouden onze kinderen zich veilig voelen, geen dood vrezen.

We leveren in. Wat we menen te vergaren leveren we ook in. Er is geen ontkomen aan. Wie dit ontkennen leven in angst, wie dit niet ontkennen meestal ook. Alleen wie dit niet ontkennen kunnen vrijwillig verzinken in de stilte die nergens aan vast houdt. Aldus ondervinden dat het jammerlijk leven van verlies niet langer gejammer hoeft te sorteren. In stilte is er niemand die onder het universum lijdt. Er wordt niets vastgehouden, dus er kan ook niets verloren gaan.

Ik ken perioden dat het loslaten me goed af gaat, ik steeds meer tot ontspannenheid mag geraken. En dan opeens staat er iets op dat mijn aandacht wekt, lustig of pijnlijk, waarop ik wat op stond aangrijp alsof het mij zou toebehoren. Opeens bestaat het gehele universum weer, met alle kwalen van weleer welke ik even vergeten leek te zijn.

In ieder mensenleven brengt de oudere leeftijd een relativering teweeg: zaken die aanvankelijk meest belangrijk leken raken naar de achtergrond. Geldwolven zien dat ze hun vergaarbak niet voorbij de dood kunnen tillen, gaan hun menselijke contacten vanaf zeker moment hoger waarderen. Een verplaatsing van zwaartepunt van stoffelijk naar onstoffelijk.

Mensen zijn op aarde met een lichaam dat eerst bloeit, dan langzaam maar zeker vergaat. Wat kan hier de les zijn? Dat ik het lichaam niet ben. Dat niemand zijn of haar lichaam is. In de gehele wereld zijn er maar weinigen die dit evidente feit waarderen en doorleven. Angst blijft hun mantra, dan wel tantrum. Vrede is onmogelijk zonder onderkenning van wezenlijke feiten.

Wat we ook veroordelen in een ander, weigeren we in onszelf te zien. Zo kan het gebeuren dat volksstammen blijven kijken naar wereldleiders die ze zeggen te verachten, terwijl hun praktijk bewijst dat ze de wereldleiders in het centrum van hun aandacht hebben. Die leiders vervullen de functie van schuldig te zijn, opdat een ieder de eigen veronderstelde schuld niet hoeft aan te zien. Het is allemaal ego spel en leidt tot niets goeds. Wie dit ziet keert in.

Inkeer is geen psychoanalyse, inkeer is stilte boven zelfsturing en controlezucht prefereren, door lijden wijs geworden. Niet mijn wil geschiede, maar wat me toekomt. Inkeer is ontvankelijkheid in plaats van grijpen. Inkeer leert zien dat wat geschiedt zonder mijn bemoeienis dan het vloeibaar meebewegen, intelligenter is dan welk plan van mensen dan ook. Het maakt eerst bescheiden, dan vervalt ook de identiteit die bescheiden zou zijn en kan oorsprong werkelijk door de mens heen werken. Waarvan tenslotte een magistraal voorbeeld.

Guitarist Tariq Harb performs J.S. Bach’s monumental Toccata and Fugue, BWV 565. 

.