Lesje relatie

Het is gewoon verdrietig. Het was tevens onvermijdelijk te beslissen het contact te verbreken, maar het verdriet blijft daardoor niet weg. Begin lockdown kregen we contact, en we zagen de oplichting. Als we elkaar zagen, en dit was regelmatig, dan vertelden we elkaar over de laatste nieuwtjes, de groeiende omvang van de oplichting die openbaar herkenbaar werd. Onze band was gemaakt van wat we buiten ons herkenden.

We zijn nu bijna vier jaar verder. Karin en ik wensen niet te volharden in het wijzen naar de ´schuldigen´ maar kijken naar waar wij zelf bijdragen aan de huidige toestand in de wereld, en dit lossen. Onze vrienden herkenden steeds weer onze signalen in deze richting niet. Ze werden zo alsmaar vaker onderwerp van ons tweegesprek, en onze bezwaren stapelden zich op. Hoe hen dit duidelijk te maken? We bleven proberen maar werden telkens niet gehoord in deze. Wij waren de wakkere onschuldigen volgens hen, en die hufters moesten opgehangen worden.

Het was niet vol te houden. Het kostte ons steeds meer energie, en er kwam niets meer voor terug. Ze hadden hun kamp ingenomen, en zo zou het voortaan zijn. Iedere suggestie tot inkeer en innerlijk onderzoek werd weliswaar niet hardop van de hand gewezen, maar ze vielen er stil, hadden er geen bemoeienis mee, lieten ons vriendelijk uitspreken om vervolgens de kampregels weer te bekrachtigen.

Ik dacht dat ik altijd straight en snel was, maar deze situatie toonde mij weifelend. Ook Karin ken ik als direct, en zag ik hier minder voortvarend te werk gaan totdat we ons samen in de zeer onbevredigende situatie vonden dat we niet gehoord werden maar wel ons gehoor steeds werd gevraagd. Dit moest tot een confrontatie komen. En omdat ze ons niet eerder hoorden, was het nu tijd voor meest klare taal. Karin schreef de tekst, ik stemde er, na twee kleine aanpassingen, mee in.

De aanloop tot het verzenden van de mail duurde dagen; we hadden steeds geen definitieve helderheid hoe dit aan te pakken. Geven we alle feiten die we constateerden, of houden we het bondig en vermelden we dat we niet op dezelfde golflengte zitten? Vanmorgen zei Karin dat ze wist wat ze wilde schrijven, en dat ze nu geen boodschap meer had aan ´de juiste frequentie´ of ´de goede toon´; ¨ik ga eenvoudig zeggen wat ik zie en voel.¨ Het had een goede toon, en kende voldoende inhoud voor de geadresseerden om te beseffen wat ons tot deze beslissing had gebracht.

Na de verzending van de mail voelde ik opluchting, evenals Karin. En later deze dag voelden we beiden onbehagen. Hadden ze ergens 5G aangezet? Karin meende dat het toch met de situatie met onze vrienden te maken had; het verdriet erin, de pijn die voelbaar wordt door wat toch zeker wel gezegd moest worden. Medeleven met je slachtoffers. Maar we voelden ons toch geen daders, waren zelf eerder slachtoffer van een eenzijdigheid in communicatie. We zijn ook niet boos, hebben hun recht op standpunt geheel erkend, maar willen niet dat onze energie, die niet aan de matrix wil hangen, door hun eenkennigheid wordt opgeslokt. We moesten zeggen wat we te zeggen hadden, gehoord willen worden is steeds weer teveel gevraagd gebleken. Het verdriet is eerlijk als onze beslissing in deze. Werkelijk contact blijft altijd met iedereen mogelijk, maar vanzelfsprekend niet op basis van vooringenomenheid en daaruit resulterende verdeeldheid.

Contact beëindigen terwijl je liefde voelt, het kan tegenstrijdig voelen maar is het niet. Wat aangezien dient te worden dient aangezien te worden; we kunnen hen niet verplichten, we mogen ons hierin echter ook niet door hen bij voortduring laten remmen. Oprechte liefde maakt dan een einde aan een lopend contact op de grond van de argumenten hier beschreven.

Ik heb Karin meermalen gevraagd, als ik verdriet op haar lieve gezicht las: twijfel je aan wat we hen hebben bericht? Nee, dat niet, het doet eenvoudig pijn.

De noot moest worden gekraakt. Zonder in details te gaan acht ik het mogelijk, zonder dat dit onze opzet was, dat onze twee vrienden elkaar betreffende dit onderwerp dieper in de ogen gaan zien. Dan kan het kampement waar ze waarde aan hechten worden ingeleverd voor grotere waarde: onze vriendschap. We hebben eens eerder een conflict gekend, dat wilde ze toen wel bijleggen, maar zonder gesprek want we waren immers volwassen. Dat was een inversie die we onterecht hebben gepikt. Onvolwassenheid vermeed de hete keutel.

Geen rancune, wel nog vleugjes boosheid hier en daar bij Karin en mij, dat ze wegkijken van wat zeker te zien is. Maar zoals gezegd: het verdriet, eerlijker dan boosheid, verwijst naar ons zelf en wat wij ten beste in een situatie kunnen doen, telkens opnieuw bekeken. Ik wil geen compromissen met wie dan ook als dit oprechte waarneming in de weg staat. Zowel Karin als ik hebben gezien dat we niet zo straight waren als we dachten te zijn, en dat we in het vervolg sneller willen zijn met het delen van onze impressies als iemand iets vertoont dat ons niet bevalt. Niet om die persoon te veranderen, maar om onze eigen positie niet te corrumperen.

Dank aan de lezer!

Plaats een reactie